Per jaar worden in Nederland circa 40.000 meldingen gedaan van vermissingen. Daarvan wordt 80 procent binnen enkele uren gevonden. Momenteel zijn er zo’n 1400 volwassenen langdurig vermist, dit betekent dat zij langer dan een jaar spoorloos zijn. Hoe zit het eigenlijk met de trend in vermissingen in Nederland? En wat zijn gedegen aanknopingspunten?
De eerste uren na een vermissing zijn heel belangrijk voor het verkrijgen van aanknopingspunten. Er wordt dan gezocht naar indicaties en redenen voor de verdwijning van de betreffende persoon. Daarbij onderzoekt de politie eerst of mogelijk sprake is van een misdrijf. Ook als hier geen directe aanwijzingen voor zijn kan de zoektocht naar de persoon voortgezet worden teneinde het misdrijfscenario uit te sluiten. Louter het gegeven dat een persoon voor langere tijd weg is zonder spullen mee te nemen, is voor de politie niet noodzakelijkerwijs een indicatie van onvrijwillige verdwijning. Dit vereist daadwerkelijke bewijsstukken, denk hierbij aan de verklaring van een ooggetuige of glasscherven op de plaats van de verdwijning.
Van de jaarlijkse 40.000 meldingen van vermissingen wordt circa de helft gemeld door familie en vrienden. Zo’n 14.000 vermisten komen uit een instelling zoals een verzorgingstehuis of de GGZ. Van de personen die langer dan een paar dagen vermist zijn, is een groot deel binnen drie weken weer terecht. Jaarlijks blijven ongeveer honderd mensen langer dan een jaar vermist. Een vermissing wordt een ‘cold case’ als deze na jaren van onderzoek niet is opgelost. Hierbij is vaak wel sprake van een vermoeden van een ernstig misdrijf, maar kan dit niet concreet gemaakt worden. Een cold case wordt in principe stilgelegd totdat er nieuwe feiten bekend worden.
Hoewel veel mensen denken dat de politie pas 24 uur ná een melding van vermissing komt, is de praktijk anders. Er wordt altijd actie ondernomen waarbij de middelen en inzet van personen varieert. Ingeval van duidelijke signalen van vermissing komt de politie écht in actie. Maak dus altijd melding van een vermissing bij de politie om het opsporingstraject in gang te zetten. Achterblijvers kunnen bij Slachtofferhulp terecht voor informatie, tips, emotionele steun en juridische hulp.