Per jaar gaan zo’n duizenden bedrijven failliet in Nederland. De helft van deze bedrijven betreft eenmanszaken en zzp’ers, de rest vennootschapen. Bij een kwart van de faillissementen in Nederland zou sprake zijn van fraude. De omvang van de schade varieert volgens schattingen van enkele honderden miljoenen euro’s tot meer dan een miljard euro. Faillissementsfraude ondermijnt het vertrouwen in de handel, verstoort eerlijke concurrentie en schaadt de maatschappij.

Faillissementsfraude kent diverse uitingsvormen. Allereerst kan alles dat waarde vertegenwoordigt uit het bedrijf onttrokken worden. Hierdoor kunnen deze spullen niet door de curator verkocht worden en kan de opbrengst niet verdeeld worden onder de schuldeisers. Daarnaast worden sommige schuldeisers nog snel betaald waardoor er geen geld overblijft voor andere schuldeisers. Afsluitend kan de aanvraag of uitlokking van een faillissement een vooropgezet plan zijn om schulden niet te hoeven betalen of zakelijke verplichtingen niet na te komen. Kortom: veelal betreft faillissementsfraude het verbergen van activa, onjuiste boekhouding, frauduleuze transacties en valsheid in geschrifte.

Slachtoffers van faillissementsfraude betreffen private partijen zoals leveranciers die hun facturen niet uitbetaald krijgen, werknemers die niet uitbetaald worden en banken die leningen niet terugbetaald krijgen. Tevens is de overheid vaak slachtoffer omdat in dergelijke gevallen geen belasting wordt afgedragen. Faillissementsfraude is strafbaar en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging, met de mogelijkheid van aanzienlijke boetes en gevangenisstraffen. De wetgeving tegen faillissementsfraude is bedoeld om een rechtvaardige afwikkeling voor alle betrokkenen te garanderen en misbruik van het faillissementsproces te voorkomen.

Het voorkomen van faillissementsfraude vereist een combinatie van preventieve maatregelen, toezicht en bewustwording. Allereerst aanscherping van boekkundige controles, bijvoorbeeld door regelmatig en grondig audits uit te voeren. Daarnaast verbetering en verduidelijking van de regelgeving en handhaving, hierin speelt de FIOD een cruciale rol. Verder kan middels voorlichting en training het bewustzijn vergroten en de kans op fraude verkleinen. Een strengere screening van bestuurders kan helpen om personen met een geschiedenis van financieel wanbeheer of fraude uit te sluiten. Transparantie in faillissementsprocedures kan resulteren in minder ruimte voor frauduleuze activiteiten. En afsluitend is een gedegen samenwerking tussen verschillende instanties essentieel. De uitvoering van deze maatregelen kan de kans op faillissementsfraude substantieel verminderen, hetgeen bijdraagt aan een eerlijker en stabieler economisch klimaat.