Crimineel vermogen wordt verdiend middels misdrijven. Vervolgens wordt dit illegale geld via witwassen geïntroduceerd op de legale markt. In 2021 heeft het Openbaar Ministerie (OM) beslag gelegd op maar liefst 368 miljoen euro aan criminele geldstromen. Vergeleken met voorgaande jaren is dit een flinke stijging, in 2020 bedroeg dit namelijk 303 miljoen euro en in 2019 258 miljoen euro. Hierbij is het belangrijk om te vermelden dat ook het aantal witwasonderzoeken toenam van 4354 in 2020 naar 5820 in 2021. Het OM stelt dat witwasonderzoeken criminele activiteiten op zeer efficiënte wijze frustreren. Maar wat gebeurt er met crimineel geld nadat het in beslag genomen is?
Crimineel geld dat in beslag genomen is, gebruikt de overheid in eerste instantie om eventuele slachtoffers te compenseren. Het resterende deel belandt in de staatskas. Dilan Yeşilgöz, Minister van Justitie, vindt dat het gemakkelijker moet worden om dit geld terug te geven aan de samenleving. Hiervoor zal zij speciale regels opstellen. Overigens gaat het hierbij niet altijd om een directe investering van inbeslaggenomen geld, het kan ook de opbrengsten van inbeslaggenomen vastgoedobjecten of andere kostbare zaken betreffen. In Schiedam is het na jarenlang debat tussen betrokkenen gelukt om crimineel geld na inbeslagname te investeren in een zogeheten leerwerkplek in de wijk De Gorzen. Op een leerwerkplek combineren jongeren werk met een opleiding. Zo wordt het geld geïnvesteerd in de leefbaarheid van de buurt waar misdrijven plaatsvonden in plaats van de staatskas te spekken.
Het inbeslaggenomen geld van criminelen, variërend van de opbrengsten van dure horloges tot aan auto’s en vastgoedobjecten, kan middels dergelijke projecten worden teruggegeven aan de samenleving teneinde de leefbaarheid aldaar te bevorderen. Hiermee wordt bovendien duidelijk dat misdaad niet loont, aldus Yeşilgöz. De ervaringen van het project in Schiedam wil zij gebruiken om regelgeving vorm te geven die het vergemakkelijkt om crimineel vermogen in de maatschappij te investeren. Momenteel is een dergelijke investering tijdrovend omdat veel verschillende instanties hiermee in moeten stemmen, denk hierbij aan OM, de Belastingdienst en diverse ministeries.
Yeşilgöz pleit ervoor om inbeslaggenomen crimineel vermogen met name te investeren in wijken die gebukt gaan onder criminaliteit. Zo wordt werkgelegenheid of ondernemerschap op lokaal niveau gecreëerd waarmee tevens ondermijnende criminaliteit wordt tegengegaan. Yeşilgöz wil het inbeslaggenomen geld juist in wijken met een hoog criminaliteitsniveau besteden omdat hier jonge kinderen worden geronseld voor criminele activiteiten. Zo hoopt zij criminaliteit in de kiem te smoren.
Het ‘maatschappelijk herbestemmen’ van criminele financiële verdiensten maakt voor iedereen zichtbaar dat criminelen allesbehalve onoverwinnelijk zijn. In Italië is een vegrelijkbaar initiatief een enorm succes gebleken. Kortom: als het aan Yeşilgöz ligt loont misdaad niet, maar kan een hele wijk hier wel van profiteren.